Brood. Alleen nog brood. Focus. Linksaf. Weer linksaf. Nu rechtsaf. Ik loop met m’n winkelwagen het gangpad door opweg naar het broodvak. Ik denk nog eens aan het boodschappenlijstje dat ik heb gemaakt en dat ik op de keukentafel heb laten liggen en bedenk me dat ik ben vergeten om eieren op te schrijven. Ai, dat ga je vergeten zegt een stem in m’n hoofd, dus eerst maar even langs het schap met de eieren. En dan gaat er een alarm af.
Het is een geschreeuw van jewelste. Het lawaai komt ergens van voor in de supermarkt vandaan. Een meisje gok ik, jaar of tweeënhalf, typische puberpeuter. Het is gelukkig niet druk in de winkel wat betekent dat m’n irritatieniveau bij binnenkomst nog niet al te hoog lag, buiten de frustratie van het boodschappen doen om overigens, maar op dit moment is de irritatie bezig met een klim. Echt zo’n col klasse-geen-idee, want ik weet niets van wielrennen, maar ja de Tour is begonnen en dan dienen dat soort termen zich aan.
Het geschreeuw wisselt af met tenenkrommend gebrul en een vleugje zenuwringend gejank. Mindful jongen, wees mindful. Dit is een mooi moment om wat je vandaag hebt geleerd in de praktijk te brengen. Het komt en het gaat. Het komt en het gaat. Het komt en het gaat. Niet. Mindful het zal met wat, dit is toch niet te doen. De bron van irritatie lijkt dichterbij te komen, hoor ik nu het Doppler effect in werking? Het leek nog ietwat gedempt door de hooggestapelde watermeloenen die in de aanbieding zijn op de groente- en fruitafdeling, maar die zijn we zo te horen inmiddels nu ook gepasseerd. Eieren, ja, de eieren.
Arme moeder, schiet er dan door m’n hoofd. Maar niet in de meelijdende en meelevende zin van de gedachte. Ik voel woede. Arme moeder… Arme moeder, wat? Die d’r kind niet eens onder controle heeft?! Sorry hoor, maar misschien moet je dan geen moeder mogen zijn. Misschien moet je eerst je kind leren opvoeden voordat je ermee in de openbaarheid treedt en is het gewoon niet de bedoeling dat je… Ik merk dat ik hoofdschuddend naar de eieren sta te kijken. Ah, fijn, de irritatie heeft zich al omgezet in een fysieke uiting.
Hé, weet je, kan die moeder ook niets aan doen. Die kiest hier ook niet voor. Mindful man, mindful! Het gaat om de perceptie! Het is alleen irritant als je het als irritant ervaart. Zet het om in iets positiefs denk ik bij mezelf. Doe alsof het een orkest is. Een orkest van krasse geluiden en emoties. Nee, niet negatief, positief. Het is anders, niet verkeerd. Het is. Maar het is wel verdomde irritant!
Oké, weet je wat? Focus je gewoon op de boodschappen. Haal wat je moet halen en dan gaan, gaan, gaan. Ik leg de eieren in de kar en vanuit m’n ooghoek zie en hoor ik een ander karretje het gangpad inrijden, met piepend rechter achterwieltje en al. De tijd lijkt de vertragen. Het zal toch niet, hè. Het zal toch niet. Maar het zal zeker wel. Moeder en zoon. Zij verslonsd achter de kar, hij hevig geëmotioneerd in de kar. Hmm, een jongetje dus? Wat valt me dat tegen. Bij zo’n prinsesje kan ik het me nog wel voorstellen maar dit? Was ik vroeger ook zo? Was ik vroeger ook zo’n verwend ventje dat de hele winkel bij elkaar schreeuwt? Het moet wel verwend zijn, kan niet anders. Maar ik? Nee, kan het me niet indenken. Zou m’n moeder ook nooit toestaan trouwens. Die zou wel beter weten.
Nee, stop, ho. Dat zijn aannames. Dat weet je niet. Verplaats je in de situatie. Beeld je eens in dat jij dat jongetje bent en dat zij jouw moeder is. Misschien heeft ie zich pijn gedaan, au. Misschien had ie een dropje gekregen en is het op de grond gevallen, weg levensgenot. Misschien hangt er een negatieve sfeer thuis omdat paps de oppas gisteren weer net iets te lang heeft aangekeken, de vuilak, veel te jong ook. Kinderen zijn gevoelig voor dat soort dingen weet je. Misschien…
Godverdomme, het wordt alleen maar erger. Kan dat kutkind z’n bek niet houden? Wat een kutkind. Je zult maar zo’n kutkind hebben. Je mag het eigenlijk niet zeggen, ik doet het toch. Mijn gedachten. O, en ja hoor! In plaats dat moeders er nu alles aan doet om ‘m de mond te snoeren (lees: hand stevig over mond en neus en accepteren dat je zo nu en dan je verlies moet nemen ten dienste van de medemens), sloft ze zonder enig oogcontact te maken met haar kroost als een zombie achter de winkelwagen aan. Slof, slof, slof. Til je fucking voeten op! Schreeuw ik van binnen. En dan pas zie ik haar bolle buik. Zwanger, tuurlijk. Goed idee, man. Are you fucking kidding me! Maar wacht, ik zit zo diep in gedachten dat ik niet heb gemerkt dat Kutkind stil is geworden. Of toch niet. Nee, toch niet. Het was slechts een adempauze. Mens, doe wat! Niet negeren dat addergebroed, knevelen de kleine kut!
Moeders sloft me tegemoet en ik knik vriendelijk met een hallo en een flauwe glimlach. Lafaard, denk ik bij mezelf. En dan denk ik opeens aan m’n beste vriend. Hij en ik zittend op een bankje in de stad. Het was jaren terug. Toen kwam er ook zo’n ellendeling langs, in een buggy. Jankend en brullend alsof iemand er een handje af had gebeten. Ik weet wat u denkt, maar kinderen hebben kleine handjes dus in theorie zou het kunnen. Enfin, misschien weet ik niet wat u denkt maar dat maakt de herinnering er niet anders van. Het was een meisje, trappend en alles. Kop als een tomaat. Moeders negeert het natuurlijk volkomen of is er aan gewend geraakt. Doet er ook niet toe. Kind. Janken. Onze kant op. Mijn vriend haalt iets uit zijn zak en zegt: portemonnee kopen? Het kind kijkt verbaasd naar de portemonnee die mijn vriend in zijn hand heeft en stopt pardoes met huilen. En terwijl moeder en kind ons passeren en tegelijkertijd aankijken (kind verbaasd en moeder geïrriteerd, go figure) stopt hij zijn portemonnee weer in zijn zak. Werkt altijd, zegt ie terwijl ie voor zich uitkijkt.
Waar hij deze bron van wijsheid vandaan heeft gehaald weet ik niet, maar het is het proberen waard denk ik. Normaal zou ik de gedachte niet omzetten in de daad ware het niet dat ik wat assertiever wil worden dus we gaan het maar gewoon proberen. Moeders heeft inmiddels haar karretje aan het einde van het gangpad neergezet, met de kleine man er nog in, loopt om het schap heen naar gangpad drie, is uit het zicht en ik zie mijn kans schoon. Je moet het nu doen, zegt de stem in mijn hoofd.
Bij gebrek aan voorbereiding pak ik het eerste de beste levensmiddel dat ik zie, een pot mayo, en loop ik ietwat nerveus naar de kar met Kutkind toe. Dan, terwijl ik langsloop zeg ik: pot moya kopen? De pot glipt me uit de hand en valt kapot op de tegels. Overal mayonaise. Lek-ker bezig, held van de assertiviteit! Kutkind kijkt geschrokken maar blijft, na de lawine van aanhoudende geluidsellende van de afgelopen minuten, stil. Pak je winst. Ik schat snel de situatie in en concludeer dat ik hier totaal geen zin in heb en loop snel om het schap met de sausen heen naar gangpad een.
Dan hoor ik moeders, die inmiddels is teruggekeerd bij Kutkind om te kijken wat er is gebeurd, zeggen: Jordi, wat heb je nóú gedaan? Jordi, typisch, denk ik bij mezelf. Beetje met mayo potten gooien. Hé, niet oordelen, ieder heeft z’n eigen waarheid zolang dat zijn of haar leven makkelijker maakt. Op naar de kassa!
Dikke rij, lang verhaal. Iemand heeft z’n pinpas vergeten, er blijkt geen korting op een product te zitten maar meneer weet toch zeker dat er korting op het product zit, kassameisje kan geen collega te pakken krijgen, staat zelf op om te kijken, komt terug, geen korting, manager moet komen om reeds aangeslagen product van de bon te verwijderen (ik winkel bij de Lidl) en dan is er nog iets met het beurtbalkje waar ik nu niet verder op in zal gaan. Wanneer ik bijna aan de beurt ben hoor ik een karretje aankomen, met piepend rechter achterwieltje en al. Ik draai me om, Kutkind ziet me en begint spontaan te huilen. Ik was er bijna.
Nadat er wat verwarring was ontstaan bij een oudere dame over het wel dan niet hebben van een muntje van 10 cent ben ik dan eindelijk aan de beurt. Het geschreeuw is onverminderd aanwezig, het went niet, maar hé… Het is. Ik reken af, loop richting de uitgang en op het moment dat de schuifdeuren opengaan en ik de vrijheid tegemoet zie: kutzooi, brood vergeten! Ik kan wel janken.
Met de vriendelijke groeten, uit Pluskut